Meer dan buren

Ik verhuis van Amsterdam naar een middelgroot dorp in de Utrechtse Heuvelrug. Dat betekent inburgeren. Je bent druk, de verbouwing, en tegelijkertijd doorwerken. Wennen aan de dagen van vuilnisophaaldienst , de dagen dat papier opgehaald wordt. De omgeving verkennen is een belangrijke voorwaarde om te weten hoe te leven in een dorp. Na al die jaren kan ik mij niet meer herinneren of ik mij geïntroduceerd heb bij de buren of dat zij zich gemeld hebben. Ik vermoed het laatste als ik nu weet wie mijn buren zijn.

Het trainen van jonge atleten in Amsterdam in mijn vrije tijd en bij organisaties werken voor je eigen bedrijf. Ik geniet! Je kijkt dan niet echt om je heen. Leeft onbewust en snel. Hét tempo van Amsterdam zit in je lijf. Ik rijd nu wel meer kilometers om de sporttrainingen te kunnen geven, maar voor mijn bedrijf is centraal in Nederland wonen veel beter. Hoezo omgevingsbewustzijn. Na een maand of vier ga je echt om je heen kijken. Je hebt een dag vrij genomen. Je realiseert je dat er iemand is geweest die zonder dat het je opgevallen of gezegd is, de vuilnis voor je buiten zet. Ik vraag mij niet eens af wie. Je werkt in de tuin en zegt de buurman gedag. Later op de dag maak je een praatje met de buurvrouw. Oppervlakkig van hoe gaat het tot een goede dag wensen. Zo leef je verder met veel volbezette dagen. Traag maar gestaag kijk ik beter om mij heen. Zie de buurman fietsen of hardlopen. Je groet, maar toch let je niet echt op. Tot ik hem op een vroege morgen voorbij zie gaan met een vuilnisbak. Ik loop naar buiten en wil hem bedanken. De vanzelfsprekendheid waarmee hij antwoordt dat doe ik altijd voor een aantal mensen in de straat. Hij blijkt gepensioneerd marinier te zijn. Af en toe wordt hij nog gevraagd voor een klus bij de marine, maar de meeste tijd leidt hij het leven van een gepensioneérde. Vrijwilligerswerk, gaat met gehandicapte ouderen op reis, doet de tuin , sport, gaat op vakantie. En hij zorgt voor de buurt. Daar waar mensen hulp nodig hebben springt hij in als het kan. Bladeren aanharken, vuilnis verzamelen en buitenzetten. Ongemerkt maak ik steeds meer gebruik van zijn hulp. Als ik weg ga doet hij de post. Hij bewaakt het huis. Geeft planten water. Haalt de bladeren van het dak.

Hij is de persoon die de kennis heeft van het dorp.Hij leest namelijk de buurtkrant. Houdt mij op de hoogte van de meest belangrijk zaken. Hij is het dorp voor mij! Ik bied aan dat als hij weg is, ik voor hem de post wil doen en de planten water geven. Sleutels worden uitgewisseld. Traag maar gestaag krijg je kennis van hun wel en wee over hun leven. En zij van mijn leven. Zonder elkaar als vanzelfsprekend te zien. Er is een bijzondere relatie ontstaan. Elkaar de ruimte en vrijheid geven. Autonoom laten en er toch zijn wij er voor elkaar. Hij doet meer dan ik voor de buurt maar met zo’n prettige vanzelfsprekendheid: die houding is uniek. Ik vermoed dat zijn achtergrond, marinier, en daarmee om voor Nederland op te komen, Nederland te verdedigen een belangrijke rol speelt. Echte Vaderlandsliefde. Ik ken dat overigens zelf niet. Doordat hij in vele landen heeft gewerkt / gediend is dat zijn grondhouding, je bent er voor elkaar en je hebt zorg voor elkaar. Deze grondhouding heeft zich in tijd verdiept en verankerd. Het goedemorgen zeggen, en het praatje maken heeft zijn oppervlakkigheid verloren!